header-image

Glia: wijzigingen speciële hemostasediagnostiek

Amsterdam UMC, Sanquin Diagnostiek B.V., OLVG Lab B.V. en GGD Amsterdam werken samen om in de regio Groot-Amsterdam grootschalige én complexe laboratoriumdiagnostiek aan te (blijven) bieden, uiteindelijk via één digitaal loket. Dit wordt gedaan onder de naam Glia Diagnostiek. Door onze kennis en kunde te bundelen fungeren wij samen als één expertisecentrum en blijft de continuïteit van speciële hemostasediagnostiek gewaarborgd.

Binnen Glia Diagnostiek zal het merendeel van de hemostasediagnostiek uitgevoerd gaan worden bij Amsterdam UMC, locatie AMC onder ISO 15189 accreditatie registratienummer M045. Logistiek wijzigt er niets voor uw organisatie. Ook zal de wijze van aanvragen en rapporteren van uitslagen niet veranderen.

Fasering wijzigingen

In voorbereiding van het verplaatsen van de hemostasediagnostiek zal gefaseerd een aantal wijzigingen worden doorgevoerd. Het betreft: (i) de implementatie van nieuwe, geharmoniseerde referentiewaarden voor Glia Diagnostiek (zie tabel) en (ii) nieuwe aanvraagcodes. Deze wijzigingen zullen separaat met Applicatiebeheer gecommuniceerd worden, zodat de wijzigingen in het lokale LIMS kunnen worden doorgevoerd.

Fase 1 is voorzien voor november 2024 en fase 2 volgt in december. De exacte ingangsdatum wordt gecommuniceerd met Applicatiebeheer.

Wijzigingen uitvoering en contactgegevens

Naast bovenstaande zijn er wijzigingen in de uitvoering van de methodes voor Proteïne C, FVIII, ADAMTS13 antistoffen en de Von Willebrand Factor cascade (zie opmerkingen onder tabel).

De contactgegevens wijzigen ook. U kunt voor vragen contact opnemen met de medische administratie van Sanquin Diagnostiek:
email: [email protected]
telefoonnummer: 020 5123370 (op werkdagen van 07.30-16.00 uur)

Tot slot vragen we u, ten behoeve van de kwaliteit en efficiency, het materiaal per bepaling in een aparte buis in te sturen, bij voorkeur een “screw cap micro tube”.

De onderstaande punten zullen niet gewijzigd worden

  • Doorlooptijden en prijzen, anders dan jaarlijkse inflatiecorrectie (zie: Sanquin.org)
  • Wijze van aanvragen en rapporteren
  • Frequentie van ophalen materiaal
  • Volume van materiaal

Overzicht bepalingen per fase

Fase

Implemen- tatie1)

Bepaling

Aan-

vraag

code

Nieuwe aanvraag

code

Oude referentie waarden

Nieuwe, geharmoni-seerde ref. waarden

1

 

Fibrinogeen

H006

U001

1,8 – 4,0 g/L

2 – 4 g/L

Factor XIII activiteit

H020

U013

70 – 140%

60 – 140%

Antitrombine

H026

U015

80 - 120%

 

Proteïne C activiteit2)

H929

 U022

75 - 125%

70 – 150%

Vrij proteïne S antigeen

H931

 U023

60 - 140%

M: 70 – 140%

V: 60 – 140%

2

Factor II activiteit

H007

 U002

80 - 120%

70 – 120%

Factor V activiteit

H008

 U003

70 - 130%

60 – 140%

Factor VII activiteit

H009

 U004

65 - 150%

60 – 160%

Factor X activiteit

H010

 U005

80 - 120%

70 – 140%

Factor VIII activiteit3)

H011

 U006

50 - 150%

 

vWF activiteit

H013

 U007

50 - 150%

 

vWF antigeen

H014

 U008

50 - 150%

 

vWF multimeren

H015

 U009

Geen afwijkingen

 

Cascade vWF act4)

H901

U021

 

 

Factor IX activiteit

H016

U010

65-135%

50-150%

Factor XI activiteit

H018

U011

60 - 140%

60 – 150%

Factor XII activiteit

H019

 U012

60 - 140%

50 – 150%

Factor VIII remmer

H025

 U014

0 BE/ml

 

Plasminogeen activiteit

H041

 U016

80 - 120%

70 – 140%

α2-antiplasmine activiteit

H044

 U017

80 - 120%

80 – 140%

vWF propeptide

H055

 U018

60 - 140%

50-150%

(o.v.b.)5)

3

ADAMTS13 activiteit

H063

 U019

>30%

 

ADAMTS13 antistof6)

H065

U024

Niet aantoonbaar

 

NB: Aanvragen die binnenkomen na de implementatiedatum worden uitgevoerd door het Amsterdam UMC, locatie AMC, waarvoor de nieuwe, geharmoniseerde referentiewaarden gelden. Indien er geen nieuwe referentiewaarden staat genoemd, blijven de oude referentiewaarden gelden.


1) De overgang van bepalingen gaat in fases. Fase 1 vindt plaats in november 2024, gevolgd door fase 2 in  december 2024. Applicatiebeheer wordt apart over de exacte ingangsdatum van de fases geïnformeerd.

2) Voor het uitsluiten van een proteïne C deficiëntie wordt volgens de ISTH richtlijn geadviseerd om de proteïne C chromogene methode uit te voeren, aangezien deze specifieker is dan de proteïne C stoltest (H928). Wanneer een proteïne C stoltest aangevraagd wordt, zal deze omgezet worden in een proteïne C chromogene test.

3) De ‘factor VIII chromogeen’ activiteitsbepaling wordt de standaard bepaling voor factor VIII activiteit. Voorheen werd de ‘one stage factor VIII’ activiteitsbepaling gebruikt. Zowel de one-stage als de chromogene assay zijn activiteitsbepalingen. In uitzonderlijke gevallen kan contact opgenomen worden om aanvullend ook de one stage activiteitsbepaling uit te voeren.

4) Bij een cascade onderzoek wordt vWF activiteit en antigeen bepaald. Alleen indien vWF act <75% is én de vWFact/ag ratio <0.7 is, worden ook de vWF multimeren bepaald.

5)  Nieuwe referentiewaarde is onder voorbehoud. Definitieve referentiewaarde wordt gecommuniceerd met applicatiebeheer voorafgaande aan de implementatie.

6)  Voor het aantonen van een verworven TTP kunnen ADAMTS13 antistoffen bepaald worden, dit is alleen zinvol indien de ADAMTS13 act <10% is. Als eerste wordt een remmer bepaling uitgevoerd, waarin de activiteit van ADAMTS13 bepaald wordt na het mengen met normaal pool plasma. Indien hierin geen remmer aangetoond wordt, wordt als vervolgtest een ELISA ingezet waarin m.b.v. recombinant ADAMTS13 getest wordt of er bindende antistoffen aantoonbaar zijn.
 

Contact

Amsterdam

020-512 3479 08.30-17.00 uur (na 17.00: T 020-512 3254)
[email protected]

Meer contactinformatie